Algemene foto tips voor de modeltrein
In deze sectie proberen we aan de hand van een aantal algemene stappen uit te leggen hoe je met een aantal simpele handelingen betere modelspoor foto’s kunt maken.
Is er een *beste* manier om foto’s te maken en is deze informatie nu echt zo uniek? M.i. niet. Iedereen heeft zijn eigen smaak en ideeën over het maken van mooie foto, dus ook de ideeën hoe je een mooie foto moet maken van je modeltrein verschillen enorm. Verder zijn er al veel zaken eens uitgeprobeerd en is het gewoon zoeken naar de beste methode die bij jezelf past. Onderstaand daarom onze eigen ervaringen die je wellicht ook eens uit kunt proberen. Weet je iets beters? Dat is mooi, gewoon doen dan. Heb je nieuwe tips? Laat het ons weten dan kunnen we dat ook eens uitproberen. Alles is uitgeprobeerd met een digitale camera, maar eerlijk gezegd geldt hetzelfde voor een conventionele camera.
Allereerst de top 10 van algemene tips voor het maken van een goede modelspoorfoto:
1. Heb je de handleiding al gelezen van je camera? Nee? Doen! Over het algemeen zitten er een hoop functies op die je nooit zult gebruiken, maar sommige zijn wel erg handig. Lees het gewoon eens goed door en je zult zien dat er nog een hoop zaken zijn die je nog niet kende.
2. Gebruik de instellingen van de camera voor de belichting goed. Als je kijkt in de menu structuur van je camera zie je dat je ook kunt kiezen voor (bijvoorbeeld) daglicht, sneeuw, landschap en nacht. Probeer die instellingen eens uit en kijk eens naar de verschillen.
3. Gebruik een statief(je). Een klein tafel statiefje kost ongeveer 10 Euro dus om de kosten hoef je het niet te laten. Met een statief heb je geen last van bewogen foto’s en komen ook de verdere tips beter tot hun recht.
4. Gebruik de zelfontspanner als je met een statief werkt. Het is jammer als je met het indrukken van de ontspanner net de camera beweegt of de baan wat laat trillen. Met de zelfontspanner voorkom je dat en staat alles netjes stil.
5. Gebruik geen flits: Over het algemeen laat een flits de details van een foto verdwijnen en maakt het de foto *plat*. Dit betekend wel dat de belichtingstijd langer wordt en je dus de camera langer heeeeel stil moet zien te houden…. Daarom: gebruik een statief. Verder is het licht wat een flitser gebruikt wel erg wit en lijkt het om die reden totaal niet op zonlicht. Dus: Uitzetten indien het ook maar even mogelijk is.
Een foto met flits (flits op automatisch en de camera vondt het echt nodig om te flitsen:
En dezelfde foto met de flits handmatig uitgezet:
6. Andere verlichting kiezen: Maak eens gebruik van andere verlichting. Zet je model eens buiten in de tuin (zonlicht), gebruik een schermerlamp, zaklampjes etc etc etc.
7. Andere methode van verlichting: Laat de lamp eens tegen de wand aanschijnen en niet rechtstreeks tegen het model of de modelbaan aan. Op die manier wordt de foto wat zachter en wellicht ook wat natuurlijker.
8. Macro instellingen: De meeste camera’s hebben een macro instelling. Daarmee kun je close-up foto’s maken van het object wat je wilt fotograferen. Dit vereist wel dat je heeeel dicht bij het object moet kunnen komen dus op beurzen e.d. is dit meestal niet van toepassing.
9. Gebruik de zoomlens om dichterbij je object te kunnen komen, maar gebruik je zoomlens nooit in de uiterste standen. In de uiterste standen is een zoomlens niet zuiver en komen de foto’s niet scherp op beeld. Ga liever een paar meter dichterbij het object staan of neem eens een stapje achteruit. En “extra digitaal” inzoomen (wat op de meeste digitale camera’s inmiddels mogelijk is) …nooit doen. Laat de zoomlenz het werk doen en niet de electronica.
10. Als je een digitale camera hebt kost het maken van een foto niets, dus probeer veel uit en maak veel foto’s. Alleen met veel uitproberen en het maken van veel fouten leer je veel en leer je ook de (on)mogelijkheden van de camera goed kennen.
Dit artikel is er één uit de serie: Fotograferen kun je leren.