Treinen tijdens de koude oorlog.
Tijdens de (1e) koude oorlog was Berlijn opgedeeld in 4 stukken.
Brits, Amerikaans, Frans en Russisch. Tussen de Russische zone en de andere zones zat de grens (de Berlijnse muur), maar ook rondom de “west zones” stond die muur. Want Berlijn lag midden in de voormalige DDR / Oost-Duitsland als een soort van eiland.


Dat levert een probleem op, want hoe krijg je dan mensen en goederen vanaf West-Duitsland naar Berlijn, als Berlijn als een eilandje midden in de DDR / Oost-Duitsland ligt?
Op de kaart zie je in het rood West-Berlijn liggen. Omgeven door de DDR.
Na afloop van de 2e wereldoorlog zijn er afspraken gemaakt hoe het land en ook Berlijn verdeeld zou worden. Ook zijn er toen afspraken gemaakt hoe het verkeer tussen West-Duitsland en Berlijn zou plaatsvinden. Klein puntje wat toen fout is gegaan: alleen een luchtcorridor tussen west en Berlijn is formeel vastgelegd. Dus nergens was formeel het wegverkeer, spoor en waterweg toegang vastgelegd.
Dit gaf de Russen de formele kans om op 26 juni 1948 al het andere verkeer af te sluiten. Formeel stonden ze daarmee in hun recht. Toen was alleen luchtverkeer nog toegestaan, wat toen heeft geleid tot de bekende Berlijnse Luchtbrug die tot 12 mei 1949 heeft gedraaid.
Maar goed, voor en na die blokkade door de russen waren er wel meer mogelijkheden: lucht, water, weg en spoor.
Luchtverkeer was voor militair transport (daar zoomen we deze keer op in) niet efficiënt, water duurt te lang en is te risicovol, wegverkeer te risicovol en ook niet efficiënt met grotere aantallen, dus dan blijft het spoor over.
Deze keer kijken we dus naar het militaire transport per spoor tussen Berlijn en West-Duitsland.
Iedere “west macht” begon vanaf zijn eigen station / zone in Berlijn aan de reis.
- De Amerikanen vertrokken in het begin vanaf Bahnhof Wannsee en vanaf 1947 was Bahnhof Lichterfelde West hun vertrekpunt.
- De Fransen vertrokken vanaf Bahnhof Berlin-Tegel.
- De Engelsen vertrokken vanaf Bahnhof Berlin-Charlottenburg.
De treinen waren dus niet met elkaar verbonden, ze hadden dus allemaal hun eigen specifieke treinen voor militair transport.
Vanaf Berlijn gingen al die treinen over de spoorlijn naar Helmstedt. Er werd in het DDR stuk NIET gestopt, deuren bleven gesloten, de trein werd bewaakt, de gordijnen bleven gesloten tegen inkijk en fotograferen vanuit de trein was streng verbonden. Om maar eens wat maatregelen te noemen….
Na Helmstedt gingen de treinen naar hun eind / tussenstop:
- De Amerikanen gingen naar Frankfurt en Bremerhaven.
- De Engelsen tot 1949 naar Emden en daarna naar Hannover / Rotterdam (Hoek van Holland)
- De Fransen gingen naar Mainz.
Het beginpunt voor al die treinen om de DDR in te gaan was altijd Helmstedt.


Maar daarmee zijn we er nog niet. Al die treinen reden alleen voor militair transport en niet voor burgers en iedere “west macht” had dus zijn eigen trein. Die treinen werden niet “even” samengesteld uit materieel van de Deutsche Bahn, maar waren vaste samenstellingen en stonden tijdens stilstand dus ook op bewaakt gebied.
Als er al DB materieel werd ingehuurd was dat voor langere tijd en niet “even” uitgewisseld. Vaak was dat materieel ook nog eens voorzien van stickers met de vlaggen van de desbetreffende “west macht” zodat het HEEL duidelijk was wat voor transport het was.
Maar het ging nog verder!
Niet alleen werden er “even” stickers op die rijtuigen geplakt, maar er werden hele treinen specifiek voor dit doel omgebouwd en daarna ingezet. De franse wagens zijn daarbij heel een mooi voorbeeld. Een compleet eigen kleurstelling, voorzien van Franse vlaggen, voorzien van de tekst TMFB: “Train Militaire Francais de Berlin”:

Een leuke anekdote om aan te geven hoe spannend dit soort transporten waren en dat er nogal wat politieke druk op lag: Op de nationale feestdagen van de DDR, 1 mei en de Dag van de Republiek op 7 oktober, waren alle Reichsbahn-locomotieven versierd met de vlaggen van de DDR en rode vlaggen. De west machten weigerden (logischerwijs) deze gedecoreerde locomotief te rijden. Dus op die dagen werd de trein stilgelegd en werd de reis pas de volgende dag vanaf 00:00 uur voortgezet. En dan natuurlijk zonder DDR vlaggen.
Veel is er niet overgebleven van al die specifieke rijtuigen en treinen. Bovenstaand rijtuig is bewaard gebleven in het Alliiertenmuseum in Berlin-Dahlem, de Amerikanen hebben een generiek DB rijtuig verscheept naar Fort Eustis, VA in de Verenigde Staten en dan houdt het al snel op. Al het andere is verschroot of omgeschilderd en in de normale reizigersdienst terecht gekomen en toen het te oud was is dat ook bijna allemaal verschoot. Een aantal franse rijtuigen is nadat het militaire transport is gestopt, nog in gebruik geweest bij BahnTouristikExpress in de kleuren violet/wit maar die zijn inmiddels ook allemaal verschroot. In model is er daarentegen wel meer te vinden!
De militaire Franse rijtuigen zijn in model (allemaal schaal N, 1:160) uitgebracht door Arnold (HN4188) in een serie van een 4. Daarin zitten een slaaprijtuig 1e klas, een rijtuig van het type Acm, een begeleidingswagen en een wagen van het type WGmk.


De Britten hadden ook een eigen trein. Die is gemaakt door Roco onder nummer 927. Dit is een Salonwagen, Gattung Salon4üm, 4-achsig, met opdruk ´ROYAL CORPS OF TRANSPORT´ inclusief de Britse vlaggen.
Zo’n zelfde soort rijtuig is ook ingezet geweest t.b.v een speciale trein voor koningin Elizabeth II voor haar staatsbezoek aan Duitsland in 1965 en was ook (tijdens de 2e wereldoorlog) in gebruik door Heinrich Himmler en diende na de oprichting van de Bondsrepubliek Duitsland als rijtuig voor de bondspresident van West-Duitsland.

Nu was vooral de Franse serie rijtuigen wel erg mooi en specifiek, maar er is altijd een baas boven baas.. en dat waren de Amerikanen. Er waren speciale treinstellen om bijvoorbeeld een generaal, in alle luxe, te vervoeren, speciale rijtuigen voor personeel en zelfs speciale medische treinstellen!
Specifiek voor ziekentransport hadden de Amerikanen ook echte treinstellen, dus ook voorzien van bedden en medische apparatuur. Arnold heeft de serie VT 08.5 gebouwd met de opdruk ´United States Army´ ´Medical Service´ onder nummer 2954.

Het Amerikaanse leger schafte zes treinstellen van de serie VT 085 aan voor de inzet in Duitsland. De eerste twee, VT 08 801–802, werden uitgevoerd als luxe salonrijtuigen, de andere vier, VT 08 803–806, dienden de medische verzorging en het ziekenvervoer.
Deze treinstellen uit 1956 hadden een vermogen van 736 kW een topsnelheid van 140 km/h. De stellen werden in groene kleurstelling afgeleverd en kregen in 1973 de TEE kleuren rood en beige. Vijf treinstellen, 608 802–806, werden in 1974 uitgerangeerd, de 608 801 werd pas in 1991 uitgerangeerd. Eind jaren 80 van de twintigste eeuw werd het treinstel verbouwd waarbij de voorramen werden vervangen door een doorlopende ruit overeenkomstig de Baureihe 103. Het treinstel met als bijnaam „Der General“ was tot 1990 in gebruik als trein van de Amerikaanse ambassadeur in Duitsland. Die is tegenwoordig opgeslagen in Karlsruhe. Van de hospitaaltreinen is dus alleen het model van Arnold nog over:

De Amerikanen hadden ook treinstellen gemaakt door Waggon- und Maschinenbau AG Görlitz (WUMAG), van de serie 137 152 (DRG) Na 1945 is die ingezet bij de US-Army en in 1949 onder het nieuwe nummer VT 04 102 a/b op de rails geweest. In 1950 stopte die inzet en is ze via de DB uiteindelijk weer ingezet bij de DR in Oost-Duitsland onder het oorspronkelijke nummer 137 152 a/b, en vanaf 1970 onder nummer 183 001.
In model is het nagemaakt is de met het gebruikte nummer B6vT-34, met de opdruk ´MEDICAL DEPARTMENT´, ´Ambulance Car´. Deze is in schaal 1:160 gemaakt door Kato onder nummer K10717.


En dan waren er natuurlijk de rijtuigen voor regulier militair transport van de Amerikanen. Als eerste is er een door Roco gemaakt model onder nummer 926. Dit is een Liegewagen 2. Klasse, van de serie Bc4ümg, met opdruk: ´UNITED STATES ARMY´


En aangezien je onderweg ook nog wat te eten moet hebben, waren er ook specifieke restauratie rijtuigen aanwezig. Deze is gebouwd door Westwaggon (Keulen) onder de serie /type C4i-36. De laatste is in 1979 uit dienst gegaan.
Ook daar heeft Roco er eentje in de schaal N / 1:160 nagemaakt van de serie B4ye-36/50, met de opdruk ´RK 405´. Het Roco nummer is 933.


Voor Amerikaanse militaire transporten tussen Berlijn (West) en Amerikaanse bases in Duitsland werden in 1964 door de Gebrüder Credé wagonfabriek in Kassel drie zogenaamde begeleidingswagens met een “kansel” op het dak en zijwaartse observatieramen gebouwd om aan het einde van de treinen te hangen. Deze werden geëxploiteerd door het United States Army Transportation Corps aangestuurd in Berlijn-Lichterfelde West. De wagens waren door de Deutsche Bundesbahn geregistreerd als prive wagons in serie Pwghsen en hadden als standplaats Helmstedt.
Nadat Lichterfelde West in 1993 was gesloten, stonden ze tot eind 1999 in Münster voordat er eentje werd gekocht door de Allied in Berlin e.V.-vereniging in Berlin-Tegel. Een andere wagen is naar het Army Transportation Museum in Fort Eustis bij Newport News in Virginia (VS) gegaan, en de derde werd vanaf 1994 tentoongesteld bij het station Helmstedt en is sinds 2016 in bruikleen van het Zone Border Museum in het Zuid-Koreaanse treinstation Dorasan in de gedemilitariseerde zone.
Twee identieke escortewagens werden ook gebruikt door de Franse strijdkrachten (FFA) op Berlijnse routes. Ze bevinden zich nu in de inventaris van het Duitse spoormuseum in Tuttlingen in Baden-Württemberg.

Al met al een fascinerende periode op het spoor. Met de terugtrekking van de geallieerde troepen na de hereniging van Duitsland en de ontbinding van het volmachtstatuut voor Berlijn, werd de exploitatie van de militaire treinen stopgezet.
De laatste Amerikaanse trein reed op 8 december 1990. De terminalgebouwen bij Bahnhof Lichterfelde West werden in 2008 gesloopt. De treinen van de Britten en de Fransen zijn rondom die periode ook gestopt met rijden. Een einde van een tijdperk.