Winsburg-Westleben in Coronatijd
Wat doen we in Coronatijd aan Winsburg-Westleben? Klussen afmaken die door Corona bleven liggen!
Onze belangrijkste onderhanden klus was een demo/testmodulebak. Waarom? Een beurs opleuken met een demo digitaal baanplan is leuk. Maar als je versie 28.7 aan het maken bent, wil je ook wel eens iets meehebben dat beweegt. Voor de Modelspoordagen in Amersfoort, die we in maart zouden organiseren, zou het gebeuren maar helaas kon dit evenement, samen met alle denkbare andere gelegenheden, niet doorgaan. Toch hebben we doorgezet met de bouw, voor thuisgebruik voorlopig. Een resterend module bakje van 120×30 kon het kunstje wel doen.
Waarom verder een demo/testbaantje?
Naast de eerder genoemde reden vonden we het handig een module te hebben om van alles uit te proberen:
– Rails leggen
– Het gebruik van kurk als geluid dempende laag
– Rails met, of zonder ballast gebruiken?
– Ballasten van de rails
– Aansolderen van de draadjes
– Isolatie van de blokken
– De indeling van de bedrading
– Ringleidingen leggen
– Koploper programmeren
Maar ook leuk om een klein baantje op de kluskamer te hebben. Handig om materieel in onderhoud, herstel of digitalisering te testen.
Hoe bouw je een modulebakje?
Op zich vrij simpel: Een plaat 9 mm berken multiplex op maat gezaagd bij de bouwmarkt.
4 opstaande randen waardoor je een bak creëert, je kijkt dan tegen de onderkant.
Nog 2 dwarslatjes en houten blokjes erin om evt. poten in te zetten, en klaar is Kees.

Een goede voorraad lijmklemmen is handig, vooral als je meerdere bakken tegelijk bouwt
De ingelijmde blokjes die je ziet zijn voor montage van de verbindings- scharnieren. Die zijn bij een single modulebak natuurlijk niet nodig.
Leidingen leggen.
Het is handig om, voordat je rails en dergelijke gaat leggen, de leidingen te leggen. Daar horen ook “verdeelstations” bij, waar je de benodigde spanning vandaan haalt voor je onderdelen. Waarom? Je legt het bakje op zijn kop, en je beschadigd niets. Makkelijk werken zo. We wilden zoveel mogelijk de opbouw van dit bakje gelijk opzetten als de grote baan. Zo kunnen we straks het geleerde daar gebruiken. De systematiek onder de grote module baan is hetzelfde, alleen vind je daar nog voorzieningen voor de onderlinge verbindingen .
Wat voor leiding moet er komen (allen een + en nul natuurlijk):
– Rijstroom van de DCC centrale
o En een “aftakking” voor de niet gedetecteerde rails. (deze komen achter de diode schakeling)
– Wisselstroom voor:
o Wissels, servo’s en ontkoppelrails
o Verlichting op de baan

Allereerst de hoofdbestanddelen:
A: Trafo voor wisselstroom
B: DCC centrale
C: Interface tussen DCC en laptop
D: Bezetmelders
E: Wisseldecoder
F: Diode schakeling
Van de hoofdbestanddelen dan naar de “verdeelstations” Hiervoor gebruiken we soldeerstrips. Erg handig in het gebruik, en heel flexibel in te zetten.

1 en 2: Plus en 0 Wisselstroom voor wissels, verlichting
3 en 5: Plus en 0 DCC rijstroom
4: Plus voor niet gedetecteerde railsecties
De plus van de gedetecteerde rijsecties worden aangesloten op de bezetmelder.
We gebruiken kantoor A4 binders als kabelgoot. In divers maten verkrijgbaar. En het ruimt netjes op. Kijk uit met gaten boren (iets met schade en schande), markeer de plekken waar je niet wilt boren in de plaat om draden door te voeren. Elke functie heeft een eigen kleur draad. Zo raken we niet in de war en worden de draden op de juiste verdeelstations/onderdelen aangesloten. Voor de juiste aansluiting aan de elektronische onderdelen verwijzen we graag naar de betreffende handleiding van het type/merk dat je gebruikt.
De rails leggen
We hebben gekozen voor een mix van rails met, en zonder bedding. Dit om beide uit te proberen in het gebruik, aansolderen van draden en ballasten. Als ondergrond kurk van de rol, gelijmd op de modulebak. Zet wel eerst je bak in de (grondverf), dan zuigt het hout een stuk minder je lijm weg en heb je een betere hechting. De rails hebben we traditioneel vastgezet met railspijketjes.
Dan moeten de draden aan de rails gesoldeerd worden. We hebben 2 methodes getest:
1: Aan de onderkant van de railschoentjes.
Voordelen hiervan zijn:
– Geheel onzichtbaar na plaatsing
– Redelijk “schoon” solderen, weinig risico op schade aan de bielzen
– Gebruik van isolerende railschoentjes voor onderbreking van de blokken
We hebben ook nadelen ondervonden:
– De doorvoergaten moeten van tevoren precies uitgemeten worden, iets uit de richting en je spoor komt in
Een kronkel te liggen
– Na plaatsing van de rails niet meer te bereiken, een slechte aansluiting kun je niet herstellen
– Voor de blokindeling moet je veel met korte stukjes rail werken. Dit is relatief duur, en staat een mooie strakke spoorlijn in de weg.
– Niet te gebruiken bij rails met bedding.
2: Aan de rails

Nadelen zijn:
– Altijd zichtbaar, we denken nog na over de beste camouflage
– Iets meer risico op soldeer-schade aan bielzen/bedding
De voordelen van deze methode:
– Solderen op de plek waar je het nodig vindt
– Slechte verbindingen zijn gemakkelijk te herstellen
– Eenvoudig een verbinding toevoegen als dat nodig is
– Gebruik van langere rails mogelijk
– Keuze tussen gebruik van isolerende railschoentjes of rail onderbreking dmv een zaagje of dremel.
– Eerst gat boren, dan solderen.
Een en ander afwegende hebben we voor optie 2 gekozen.
Hier kun je zien hoe de lokjes de eerste “rondjes” rijden op dit baantje.
De hardware naast de baan
Om te kunnen rijden is het al genoeg om de locmaus in de centrale te prikken en spelen maar. Leuker is het dan om via een laptop (we gebruiken hier een stokoud exemplaar voor. Koploper is geen zware software, en verder doen we er niets mee). Na wat heen en weer oefenen en met wat ondersteuning van de mentor, zijn we erin geslaagd de baan volautomatisch te laten rijden
Onderstaand ziet u hoe het e.e.a. er in koploper uit ziet qua blokken.
Volgende stap: het geleerde toepassen op de modulebaan, Winsburg-Westleben! Ook gaan we door met de ontwikkeling en uitproberen/oefenen van diverse technieken op het gebied van scenery, ballasten en programmeren in koploper op deze module.